Voorbereiding

Laten we starten bij het begin: een goede voorbereiding tijdens de training zorgt ervoor dat jouw sporters zich optimaal klaar voelen voor hun grote dag. Waar dien je op te letten?

• Het wedstrijdprogramma van de sporter is opgebouwd uit volledig beheerste elementen. Laat hen geen elementen uitvoeren die niet voldoende lukken en ze niet volledig beheersen op training.
• Integreer niet té veel nieuwe elementen in één keer in het wedstrijdprogramma zodat de sporter voldoende rust en focus kan bewaren.
• Simuleer de opwarming en doorloop van een wedstrijd op voorhand tijdens een training zodat de sporter goed weet hoe het verloop van de wedstrijd eraan toe gaat.
• Oefen op training al eens met het uitvoeren van de oefeningen onder "stress". Bijvoorbeeld: na een zeer korte opwarming, reeksen meerdere keren na elkaar doorspringen met weinig rustpauzes, eens in een andere richting of andere zaal, alle toestellen na elkaar, voor een (denkbeeldige) jury, organiseer een kijktraining voor de ouders, ...
• Laat enkel deelnemen aan een wedstrijd als de sporter helemaal fit is (niet ziek, geen blessures), zowel fysiek als mentaal. Was de sporter ziek in de week voor de wedstrijd, kies er dan voor om de wedstrijd over te slaan, een wedstrijddeelname vereist immers voldoende voorbereidingstijd.
• Voldoende eten en drinken tijdens een wedstrijd is belangrijk. Help de sporter op voorhand in te plannen wanneer er kan gegeten worden ifv de opwarming en wedstrijduren.

Op de wedstrijddag

De dag van de wedstrijd is aangebroken. Ook hier speel je als trainer een cruciale rol, dit zowel sporttechnisch als naast de mat. Waar dien je op te letten?

• Vraag de sporter een 15 min. voor aanvang van de wedstrijd aanwezig te zijn, zodat hij/zij zich al wat kan oriënteren in de zaal.
• Zorg voor een degelijke opwarming bij aanvang van de wedstrijd.
• Zijn er langere periodes van inactiviteit tijdens de wedstrijd, zorg dan dat de sporter zich warm houdt: niet op koude vloer staan met blote voeten, eventueel trainingsjas en -broek, ...
• Laat de sporter enkele minuten voor de start van de wedstrijdoefening zeker ook nog even kort opwarmen en focussen. Bijvoorbeeld: ter plaatse lopen, beetje kaatsen, in handstand staan,...
• Merk je dat een bepaald element toch niet al te best verloopt tijdens de opwarming of dat de sporter zich onvoldoende zeker voelt, beslis dan om het element uit het programma te halen en te houden voor een volgende wedstrijd. Voorzie dus een plan B en spreek dit ook op voorhand af met de sporter.
• Herinner de sporter eraan voldoende te eten en te drinken tijdens de wedstrijd.

Na de wedstrijd

Heeft jouw gymnast al zijn persoonlijke doelen behaald? Of was het net een mindere dag? Hoe dan ook, het is belangrijk dat ze op de gepaste manier leren omgaan met hun resultaten. We geven je graag enkele tips hoe jij als trainer hen hierin kan ondersteunen.

• Geniet van succesmomenten, besef dat faalmomenten er soms bij horen.
• Laat voelen dat de sporters meer zijn dan prestatiemachines, dat hun algemeen welbevinden voor jou het belangrijkste is.
• Maak gerichte evaluaties van zowel falen als slagen, bestaande uit positieve punten en negatieve punten.
• Leer de sporters zichzelf te evalueren en bij te sturen waar nodig. Door dit leerproces leren ze hun zwaktes en sterktes nog beter kennen.
• Moedig de sporters aan om hun sterktes hardop te durven benoemen voor jou.
• Neem als trainer mee verantwoordelijkheid voor het falen van een sporter. Neem de bufferrol op en maak er geen 'jij-verhaal' van.
• Geef aan dat negatieve gevoelens normaal zijn en dat deze ook weer voorbij gaan. Leer sporters hun negatieve gevoelens te accepteren, bied in de eerste plaats een luisterend oor.
• Hebben de sporters en/of jij de mindset om het steeds nog beter te willen doen? Leer dan ook om tevreden te kunnen zijn na het bereiken van kleine successen.

Veel succes!